Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Doeken ter bedekking van communievaten in de oosters-orthodoxe kerk.
Antieke Romeinse gebouwen, waarin de staatsschatkamer, tevens het staatsarchief gehuisvest was. LNW.
Fysieke krachten die verband houden met de beweging van de lucht en ander gasvormige vloeistoffen, waaronder ook de krachten die op lichamen worden uitgeoefend als ze door dergelijke vloeistoffen heen bewegen of als dergelijke vloeistoffen tegen of rondom andere lichamen heen bewegen.
Geluidsmiddelen die geluid voortbrengen door lucht in beweging te brengen.
Instrumenten voor het vaststellen van het gewicht of de dichtheid van lucht of andere gassen.
De wetenschap en beoefening van het vliegen.
Kaarten die vooral worden gebruikt in het luchtverkeer, waarop de bodemkenmerken die voor de navigatie van belang zijn staan aangegeven.
Organismen die alleen kunnen leven en zich voortplanten in aanwezigheid van zuurstof. Ze hebben een op zuurstof gebaseerde stofwisseling, waarbij ze door cellulaire ademhaling zuurstof gebruiken om substraten (bijvoorbeeld suikers en vetten) te oxideren en zo energie te verkrijgen. Obligaat of strikt aerobe organismen kunnen alleen leven in de aanwezigheid van zuurstof; facultatief aerobe organismen kunnen zowel met als zonder zuurstof leven. Vooral gebruikt met betrekking tot micro-organismen.
Verwijst naar de stijl en beweging in Italië die in de jaren dertig en vroege jaren veertig van de 20ste eeuw werden afgekondigd in de Manifesto dell' Aeropittura (1929) door kunstenaars als Giacomo Balla, Gerardo Dottori en Tato, en die voortkwam uit een tweede golf van het futurisme. Deze beweging, die meer gefascineerd was door de dynamiek van beweging, hield zich bezig met een naturalistische weergave van landschappen bezien vanuit extreme hoeken van perspectief en beweging, abstracte weergaven van cirkels, spiralen en elkaar doorsnijdende vormen die beweging symboliseren, en gemanipuleerde en artistieke vormen om analogieën voor beweging te creëren, bijvoorbeeld in de vorm van roterende cirkelvormen die het draaien van de aarde moeten voorstellen.
Instrument voor het meten van de eigenschappen van de lucht en de stoffen die zich daarin bevinden.
Een colloïdaal systeem zoals een mist of nevel, met een gas als dispersiemedium.
Verwijst naar een zeer specifieke stijl van zwartfigurig aardewerk, voornamelijk hydria’s, uit circa 530 tot 500 v. Chr., gevonden in Etrurië. Waarschijnlijk werd dit aardewerk gemaakt in Caere, het huidige Cerveteri bij Rome (Italië). De tekeningen zijn van zeer hoge kwaliteit en het schilderwerk is opmerkelijk kleurrijk. De vorm en decoratie van de hydria’s verschillen van voorbeelden uit dezelfde tijd die elders in de Griekse wereld werden gemaakt.Als decoratie zijn vooral lotusbloemen, klimopkransen, palmetfriezen en mythologische taferelen gebruikt.
Grote doeken ter bedekking van kelk en pateen in de oosters-orthodoxe kerk.
Kleine doeken ter bedekking van kelk en pateen afzonderlijk in de oosters-orthodoxe kerk.
Waterlelie die waarschijnlijk inheems is in de Nijl en elders in Oost-Afrika, maar die al in de oudheid voorkwam in India en Thailand. De bloemblaadjes zijn lichtblauw tot hemelsblauw of mauve. Wanneer de bloem klaar is om te gaan bloeien, stijgt deze binnen een paar dagen op naar de oppervlakte. Oude Egyptenaren geloofden dat de bloemen 's ochtends opengingen, naar de oppervlakte opstegen en 's avonds weer naar beneden zakten. Voor hen symboliseerde dit het opkomen en ondergaan van de heilige zon. Wanneer de plant wordt gegeten, heeft deze licht psychoactieve eigenschappen. Waarschijnlijk werd de plant in het oude Egypte daarom gebruikt tijdens ceremonies.
Aërofonen die geluid produceren wanneer het hoofddeel van het instrument snel rond zijn as draait, waardoor een periodiek onderbroken luchtstroom op gang wordt gebracht.
Oude Romeinse bouwwerken voor balspelen, kaatsbanen.
Rieten in de vorm van een uitgerekte band of strook die strak is gespannen tussen twee punten en waarlangs een luchtstroom wordt geleid.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Berbervolk, dat in het Middelste Atlas-gebergte leeft en een subgroep van de Tamazight vormt.
Onder handelsmerk gedeponeerde productnaam voor een thermoplastische kunsthars die na verloop van tijd niet broos wordt of verkleurt, met een vloeistofdichtheid van 1 kilo per liter, een vlampunt van 15 graden Celsius en een viscositeit van 3700-6200 cps. Het product wordt algemeen gebruikt bij conserveringsbehandelingen, en daarnaast in kleurloze en gepigmenteerde coatings, aërosols, drukinkten, productafwerkingsmiddelen en volgens specificatie gemaakte lakken.
Genus van diverse soorten schimmels die voorkomen als aseksuele vorm (of anamorf) en die bij mensen pathogeen (ziekteverwekkend) zijn. Aspergillussoorten zijn sterk aeroob en komen voor in vrijwel alle zuurstofrijke omgevingen.
Niet-transponerende concertaërofonen met conische boring, drie pistons en een klankbeker die naar boven of naar voren wijst, met een lengte van 2, 70 m, in C-stemming; rond 1870 ontwikkeld.
Aërofonen met een conische boring en drie of soms vier ventielen die ongeveer 2, 70 m lang zijn, in Bes-stemming.
Onderdeel van moderne rioolwaterzuiveringsinstallaties waarin afvalwater door een aantal tanks wordt geleid nadat de grotere objecten eruit zijn gehaald. In zandvangers haalt men eerst zand en kleideeltjes uit het water. Vervolgens worden in voorbezinktanks grotere organische deeltjes verwijderd. In beluchtingstanks wordt zuurstof toegevoegd en tevens aerobe micro-organismen, die het overgebleven organische materiaal snel afbreken. In nabezinktanks worden ten slotte de resterende zwevende vaste deeltjes uit het water gehaald.
Kleppensysteem voor de fluit, ontwikkeld door Theobald Boehm rond 1830, met een verbeterde plaatsing van vingergaatjes en een kleppenmechanisme dat volledige ventilatie mogelijk maakt en alle vingergaatjes onder gemakkelijke controle van de vingers brengt. Andere instrumentenmakers pasten het systeem later toe op de klarinet, hobo, fagot en andere aerofonen.
Gebogen Romeinse koperen aërofonen met een conische boring waarmee slechts een paar toonhoogtes op de natuurlijke toonladder kunnen worden gespeeld en hoofdzakelijk een waarschuwingsfunctie vervullen.
Lange rechte trompetachtige aërofonen met een licht conische boring gemaakt van messing of zilver en waarvan de verbindingsstukken worden verborgen met ornamentele uitstulpingen en met een wijd uitlopende klankbeker. Ze werden in de Middeleeuwen in Europa gebruikt als herautentrompetten en droegen vaak het wapen van een edelman.
Eenvoudige aërofonen die aan het uiteinde worden bespeeld en afkomstig zijn uit Scandinavië en de Baltische regio. Ze worden gemaakt van geitenhoorns, hebben drie tot vijf toongaten en een mondstuk dat volledig uit één uiteinde van de hoorn is gesneden.
In algemene zin te gebruiken voor aërofonen, geluid voortbrengend door middel van een luchtstroom die vanaf de lippen van de bespeler over de scherpe rand van een opening wordt geblazen. In specifieke zin: de uit drie of meer delen bestaande, zijdelings aangeblazen fluiten, met of zonder (Boehm)kleppensysteem, in hout of metaal in westerse orkest-, kamer- en solomuziek.
Ensembles uit Zuidoost-Azië, bestaande uit gevarieerde combinaties van gongs, metallofonen, xylofoons, drums, strijk- en tokkelchordofonen, fluiten of dubbelriet aërofonen, kleine bekkens en zangers. Ze begeleiden dansen en religieuze en plechtige evenementen.
Een van de twee onderklassen van kraakbeenvissen (de andere is Elasmobranchii), waartoe slechts één levende orde, Chimaeriformes, behoort, maar die een uitgebreide fossiele geschiedenis kent.
Verzamelterm voor de verschillende mechanische systemen die ontworpen zijn ter aanvulling van de vingers bij het bedienen van de vingergaatjes in aërofonen.
Een kleurloos, zoetgeurig, zoet smakend, onbrandbaar, lichtelijk in water oplossend gas, N2O. Het wordt vooral gebruikt als narcoticum in tandheelkunde en chirurgie, en bij de fabricage van chemicaliën zoals aerosols.
Te gebruiken voor luchtvaartuigen die lichter zijn dan de lucht die ze verdringen en die hun stijgkracht houden door de lucht te verdringen met gebruik van aërostatisch drijfvermogen. Geen Nederlands equivalent.
Algemene benaming voor verschillende planten die niet met elkaar verwant zijn. De bekendste lotussen zijn de volgende. De Egyptische lotus is een witte waterlelie, Nymphaea lotus, of de blauwe lotus, N. caerulea. Bij de oude Egyptenaren waren deze planten een belangrijk motief op kunstvoorwerpen. Ook gebruikte men de planten tijdens ceremonies vanwege de slaapverwerkende en psychotrope eigenschappen. De lotus van de oude Grieken was de soort Ziziphus lotus uit de wegedoornfamilie (Rhamnaceae), een struik die inheems is in Zuid-Europa. De plant heeft grote vruchten met een meelachtige substantie waarmee men brood en gegiste dranken kan maken. In de oudheid waren de vruchten een voedingsmiddel voor arme mensen. Men geloofde dat de wijn die ervan werd gemaakt, zorgde voor een tevreden stemming en vergetelheid, zoals Homerus schreef. Dit is waarschijnlijk ook de lotus die wordt genoemd in het Bijbelboek Job, waarin een grote nijlpaardachtig wezen (Behemoth) wordt beschreven die onder een lotusboom ligt. Homerus beschrijft de lotus ook als een soort klaver of drieblad, een plant die door paarden werd gegeten, misschien Melilotus officinalis of een driebladsoort uit het geslacht Lotus. De heilige lotus van de hindoes was de waterlelie Nelumbo nucifera, een plant met witte, blauwe of roze bloemen. De lotusboom, die bij de Romeinen bekendstond als de Libische lotus, was waarschijnlijk de netelboom uit Zuid-Europa, Celtis australis, een lid van de iepenfamilie (Ulmaceae). Deze boom heeft vruchten die eruitzien als kleine kersen. Ze zijn eerst rood en daarna zwart als ze rijp zijn. De boom wordt genoemd door auteurs uit de oudheid vanwege zijn harde zwarte hout, waaruit men beelden, fluiten en andere objecten sneed.
Tak van de aëronautiek die het ontwerpen, produceren en bedienen van luchtvaartuigen omvat, in het bijzonder die van luchtvaartuigen die zwaarder zijn dan de lucht.
Te gebruiken voor luchtvaartuigen waarvan de vleugels zo zijn ontworpen dat ze naar achteren en naar voren kunnen worden bewogen tijdens de vlucht om de aërodynamische werking te optimaliseren bij zeer uiteenlopende snelheden.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Pd en het atoomnummer 46. Het is een zeldzaam, glanzend, zilverachtig wit metaal dat voorkomt in platinaerts. Ookte gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Te gebruiken voor luchtvaartuigen die tijdens de vlucht gedeeltelijk of volledig worden gedragen door draaiende aërodynamische vlakken.
Aërofonen waarbij een luchtstroom tegen een riet wordt gestuurd zodat deze even trilt en de luchtstroom met tussenpozen onderbreekt.
Natuurlijke aërofonen zonder ventielen of kleppen met een brede conische boring, meestal, maar niet altijd, spiraalvormig en met een cupmondstuk; vooral gebruikt in het leger en in optochten.
Aërofonen bestaande uit een spatelvormig stuk hout, been, steen dat aan een koord is gebonden, geluid producerend wanneer ze door de bespeler aan het vrije uiteinde van het koord door de lucht worden rondgedraaid.
Afneembaar stuk buis dat in aërofonen wordt aangebracht, permanent of voor een speciale speelgelegenheid, met als doel het geluid van de buislengte te veranderen of het mondstuk gemakkelijker bereikbaar te maken voor de speler.
Te gebruiiken voor speciale vliegtuigen, die zijn gebouwd om aërodynamische, vliegtuigelektronische, constructie- of voortstuwingssystemen of -concepten te testen, voordat deze worden toegepast in andere vliegtuigontwerpen.
Hefboomachtige mechanismen die zijn vastgemaakt aan of een deel uitmaken van een muziekinstrument of andere geluidvoortbrenger en die functioneren als deel van het mechanisme dat rechtstreeks geluid produceert, zoals wanneer er lucht door een pijp wordt toegelaten of wanneer er gezorgd wordt dat een snaar wordt aangeslagen of getokkeld, of die, op een niet al te grote aërofoon, gebruikt worden om de toongaten te beheren die zonder hulp buiten bereik of te groot zijn voor de vinger.
Te gebruiken voor aërofonen met over het algemeen een conische boring en een houten klankkast, gemaakt van of omwonden met berken- of andere schors, met vingergaten, een bekervormig mondstuk en een hoornen beker aan het andere uiteinde; voorbeelden hiervan zijn aan het begin van de jaren dertig van de 20ste eeuw gemaakt door Teppo Repo, afkomstig uit de Russische regio Ingra, die het instrument meenam naar Finland. Ook heel algemeen gebruikt voor uiteenlopende houten hoorns uit Finland, meestal gemaakt van of bedekt met berkenschors, met of zonder vingergaten, sommige lijkend op trompetten of kornetten, andere met een enkel riet.
Apparaten die toegepast zijn op aërofonen en hoofdzakelijk op koperen instrumenten, om de lengte van de buis met een vastgestelde hoeveelheid te veranderen tijdens het spelen.
De delen van het lichaam van de buis van een aërofoon.
Te gebruiken voor vliegtuigen die stijgkracht ontlenen aan de beweging van lucht over aërodynamisch ontworpen oppervlakken die strak en permanent aan de romp zijn bevestigd.