Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Te gebruiken voor schepen met een buisvormige of geronde scheepszij boven de waterlijn waardoor een bol dek onstaat waarover het zeewater vrij over de romp kan stromen; het model ontstond oorspronkelijk in het gebied rond de Grote Meren, in de Verenigde Staten, in 1896.
Algemene naam voor de in de zeeën, vooral de poolzeeën, levende, grootste thans bestaande zoogdieren, die de onderorde der Mystacoceti (baleinwalvissen) van de walvisachtige dieren vormen.
Orde van ongeveer 80 soorten in 10 bestaande families. De leden van deze orde zijn bijna volledig aangepast aan het leven in het water. Ze hebben een spoelvormig (gestroomlijnd) lichaam, voorste ledematen die in flippers zijn veranderd, zeer kleine rudimentaire achterste ledematen die niet aan de ruggengraat vastzitten en verborgen liggen in het lichaam en een staart met een horizontale vin. De dieren hebben bijna geen haar. Een dikke laag blubber zorgt voor isolatie. De meeste soorten hebben een grote intelligentie.
Kleine, gemotoriseerde zeeschepen die worden gebruikt om op walvissen te jagen en deze te doden; varen meestal samen op met 'fabrieksschepen'.
Lampen die op walvisolie branden, met name de kleine metalen of glazen lampjes met walvisoliebranders.
Schepen die worden gebruikt bij een onderdeel van de walvisvangst.
Te gebruiken voor open, voor en achter gelijke roeiboten met een ronde bodem en meestal met een 7,5 tot 10,5 m breed zeil, die oorspronkelijk ontworpen zijn om walvissen te harpoeneren; staan vaak op grotere schepen maar kunnen ook vanaf de kust uitvaren en hun werk doen.
Kustcomplexen waarin walvissen worden verwerkt, bestaande uit voorzieningen voor het verwerken en verblijven voor de arbeiders. Gebruik voor de vaartuigen bij de verwerking van de walvissen op zee "fabrieksschepen".
Branders die bestaan uit metalen schijven met luchtgaten en één, twee of soms drie vertinde pithouders van 0,6 mm of minder in diameter, die rechtop zijn gesoldeerd en die in de zijkant een gat voor de pit hebben. De pithouders lopen verder door onder de schijf, het brandstofreservoir in, dan erboven.
Mensen die zich beroepsmatig bezighouden met de walvisvangst, waaronder het vangen en schoonmaken van walvissen.
Uitsluitend te gebruiken voor zeilschepen betrokken bij de walvisvangst.
Het werk of de industrie voor het vangen en schoonmaken van walvissen.
Een hoornachtige substantie die in de mond van walvissen groeit.
Verwijst naar korte houten of metalen palen op een schip, walvisvaarder, kade of pier die bedoeld zijn om trossen of ankerkettingen aan vast te maken. Indien het een pier betreft, kunnen de bolders ook van beton zijn en bedoeld zijn om auto's de doorgang te versperren.
Algemene term die verwijst naar een aantal verschillende middelgrote soorten walvisachtige zoogdieren, gewoonlijk voorbehouden aan soorten met een kortere en bredere snuit dan andere soorten (dolfijnen genoemd).
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Buka. Veranderingen in de Bukakunst aan het eind van de 20ste eeuw zijn toe te schrijven aan de kennismaking van de eilandbewoners in de Stille Zuidzee met de buitenwereld. In de 19de eeuw ontdekten walvisvaarders dat de Bukapeddels perfect geschikt waren voor hun werk en gingen ze de productie van peddels door de Buka stimuleren. Tot aan het einde van de 20ste eeuw waren er stijlvarianten te herkennen in het Lapita-aardewerk en de bijbehorende materialen. De bevolking van Buka staat bekend om haar naturalistische afbeeldingen van menselijke en dierlijke vormen; de menselijke hoofden vertonen evenwel hondachtige trekken, met een sterk naar voren stekende kaak. Het oppervlak is vaak zwart gevlekt en verfraaid met ingelegde patronen van rode en witte pigmenten.
Vaartuigen die speciaal zijn ontworpen om gevangen walvissen te verwerken; varen meestal samen op met 'walvisvaarders'. Gebruik 'walvisstations' voor de voorzieningen aan wal waar men de walvissen kan verwerken.
Personen die scrimshaws produceren; oorspronkelijk walvisvaarders die aan boord walvistanden en -baleinen bewerkten.
De jongen van rundvee, bizons, dolfijnen, olifanten, giraffen, nijlpaarden, elanden, neushoorns, walvissen, jaks en andere dieren.
Vuurwapens waar harpoenen mee worden afgevuurd, meestal voorzien van een draaiende affuit en over het algemeen gebruikt door walvisvaarders.
Uitkijkposten in de vorm van een ton of cilinder in de top van een mast van walvisvaarders of andere schepen.
Langsfluiten, kegelvormig uitgehold, meestal met drie vingergaten en uitlopend in een korte, omhoog staande tuit; van hout, klei of walvistand; vervaardigd en bespeeld door de Maori.
Grote tandwalvis met een zeer hoge kop, die enkele malen op onze kusten is aangespoeld.
Decoratieve of huishoudelijke objecten, gesneden uit walvisivoor, balein of soortgelijk materiaal van zeezoogdieren. Oorspronkelijk in het bijzonder die objecten die aan boord van hun schepen werden vervaardigd door walvisvaarders.
Gebouwen waar olie uit walvisvet (blubber) wordt gewonnen.